Leerstijlvoorkeur (meervoudige intelligentie)

Het gaat er vaak niet om óf je intelligent bent, maar hóe je intelligent bent. Deze test meet dus de manier waarop een kind slim is.

H oward Gardner ontwikkelde eind jaren '70 de meervoudige intelligentie theorie, waarbij hij ervan uitgaat dat intelligentie meer is dan een intelligentietest meet. Gardner kwam tot acht intelligenties die, onafhankelijk van elkaar, tot uiting komen in gedrag. Ieder mens heeft één voorkeur voor een bepaalde leerstijl, aangevuld met een tot twee leerstijlen die minder prominent op de voorgrond treden, maar wel degelijk meespelen:

  • woordslim (taalslim; linguïstisch): heeft betrekking op taal

  • reken/denkslim (logisch-mathematisch): heeft betrekking op rekenen, inzicht , analyseren

  • beeldslim (ruimtelijk): heeft betrekking op beelden, "ruimte" zien en inrichten

  • muziekslim (muzikaal): heeft betrekking op luisteren, auditief onderscheiden, ritme, timbre

  • lichaamslim (kinesthetisch): heeft betrekking op beheersing van het eigen lichaam, sport, dans

  • natuurslim (naturalistisch): heeft betrekking op soorten van flora en fauna, herkennen, classificeren

  • mensslim (interpersoonlijk): heeft betrekking op anderen begrijpen, effectief omgaan met anderen

  • zelfslim (intrapersoonlijk): heeft betrekking op de eigen persoon: wensen, angsten, kwaliteiten, ideeën.