Executieve Functies en Beelddenken

Executieve Functies zijn die vaardigheden die ons gedrag sturen. De executieve vaardigheden vragen gerichte aandacht, zodat ze zich goed kunnen ontwikkelen.
Executieve Functies worden ook wel omschreven als Zelfsturing. Ons gedrag sturen is een mooie vaardigheid die we dagelijks gebruiken, bewust en onbewust.
In de praktijk horen we ook over zwakke en sterke Executieve Functies. Maar over welke Executieve Functies hebben we het eigenlijk.

Executieve vaardigheden kunnen we onderverdelen in groepen, namelijk 'gedragsvaardigheden' en 'denkvaardigheden'.

 

Gedragsvaardigheden bij Executieve Functies zijn:

  • Emotieregulatie: Het vermogen om emoties te reguleren om doelen te bereiken, taken af te maken, gedrag aan te passen en weerstand te bieden aan impulsen.

  • Reactie-inhibitie: Het vermogen om na te denken voordat je iets doet.

  • Volgehouden aandacht: Het vermogen om de aandacht erbij te houden, ondanks afleidingen, vermoeidheid of verveling.

  • Taakinitiatie: Het vermogen om zonder dralen met schoolwerk, taak of opdracht te beginnen, op tijd, op efficiente wijze.

  • Doelgericht-doorzettingsvermogen: Het vermogen om een doel te formuleren, dat te realiseren binnen een vastgestelde tijd zonder afgeleid te worden.
  • Flexibiliteit: Het vermogen om je plannen aan te passen bij nieuwe situaties en/of veranderingen.

 

Denkvaardigheden bij Executieve Functies zijn:

  • Plannen: Het vermogen om een plan te bedenken om een doel te bereiken of een taak/opdracht te voltooien. Hierbij moet je ook in staat zijn beslissingen te nemen over wat belangrijk is en wat niet belangrijk is.

  • Organiseren: Het vermogen om schoolzaken en materialen op orde te hebben en volgens een systeem eigen te maken.

  • Werkgeheugen: Het vermogen om informatie in het geheugen vast te houden tijdens de uitvoering van complexe taken, gebruik makend van een efficiente leerstrategie.

  • Timemanagement: Het vermogen om in te schatten hoeveel tijd je hebt, hoe je die kunt indelen en hoe je je aan tijdslimieten en deadlines kunt houden.

  • Metacognitie: Het vermogen om een stapje terug te doen om je eigen handelen en de situatie te overzien, om te bekijken hoe je uitdaging hebt aangepakt; zelfmonitoring en zelfevaluatie.

 

Op welke leeftijd komen executieve functies tot ontwikkeling?

Executieve functies worden gevormd en ontwikkelen zich door zowel fysieke veranderingen in de hersenen als door levenservaringen. Deze worden door kinderen opgedaan in relatie met anderen, in de groep en in de wereld (maatschappij). Er zijn basis executieve functies te benoemen, te weten: respons-inhibitie en werkgeheugen. Deze twee basisvaardigheden maken het mogelijk dat de meer complexe executieve functies zoals onder andere taakinitiatie zich ontwikkelen. De twee basisvaardigheden zijn al bij kinderen tussen de 6 tot 12 maanden geobserveerd. Ook emotie-regulatie en volgehouden aandacht worden in deze ontwikkelingsleeftijd bij jonge kinderen gesignaleerd. Dawson en Guare geven aan dat de eerste signalen die betrekking hebben op de vaardigheid van planning al te zien zijn als een jong kind een manier vindt om een gewenst object te pakken te krijgen. De vaardigheid die zichtbaar wordt tussen de 12 en 24 maanden is die van flexibiliteit. Taakinitiatie en organisatie, maar ook de andere overgebleven vaardigheden ontwikkelen zich volgens Dawson en Guare pas tussen de voorschoolse en vroegschoolse periode (voor groep 3). Maar ook in de puberteit blijken executieve functies zich door te ontwikkelen. Dit heeft te maken met het verder ontwikkelen van de prefrontale cortex. Hier vindt het sturen van het gedrag plaats.
Het uitontwikkelen van de prefrontale cortex en alle vaardigheden die van daaruit worden aangestuurd loopt door tot ongeveer het 25ste levensjaar.
Maar ook na het 25ste jaar blijven executieve Functies trainbaar en kunnen op elke leeftijd worden verbeterd. Het oefenen van de executieve functies blijft een essentieel onderdeel om te blijven spreken van sterke Executieve Functies.

 

 

Leerstijl (Visueel Leren)

Visueel leren (beelddenken)
Kinderen die moeite hebben om het talige denken op te pikken (door b.v. dyslexie, concentratieproblemen, een lage of juist te hoge cognitie, of een sterk persoonlijke voorkeur voor het visuele denken) kunnen het moeilijk krijgen op school. Vooral bij het lezen, spellen, rekenen, automatiseren en organiseren/plannen. Niet omdat de lesstof te moeilijk is, maar omdat de talige, procedurele manier van lesgeven en toetsen niet aansluit bij hun visuele manier van denken. Ook mensen met een grote visuele voorkeur (zoals hoogbegaafden), hebben vaak moeite om over te schakelen naar het talige denken. Er komt dan niet uit wat erin zit. Dat levert frustratie op. En dat leidt vaak weer tot faalangst, gedrags- en/of motivatieproblemen.

 

Talig denken is de sleutel tot hoger onderwijs
Op het VMBO en MBO vind je visueel ingestelde kinderen die moeite hebben met taal en/of talig denken. Intelligentie heeft daar vaak niets mee te maken. Op het VWO zitten ook veelal kinderen met een visuele voorkeur. Alleen hebben zij geen problemen met het talige leren. Ze kunnen zowel het beeld- als taaldenken inzetten waar nodig. Ideaal!

 

Iedereen
Beelddenken hoort bij mensen. In onze baby- en peutertijd waren we zelfs volledig visueel ingesteld. Er was immers nog geen taal! In de loop van de jonge jaren leert een mens het talige denken aan. Door te praten, te luisteren, het aanleren van regels en volgorde. Talig denken is in onze maatschappij essentieel. School heeft dan ook de taak om kinderen talig te leren denken. Dat begint al in groep 1 en gaat door tot aan het beroepsonderwijs. Voor alle kinderen is deze omschakeling wennen, maar de meesten lukt het. Ze zetten het visuele, associatieve, creatieve denken even in de kast (in ieder geval op school). Het talige denken levert namelijk rapportpunten op!

 

Beelddenken (in de wetenschap visueel leersysteem genoemd) is de oorspronkelijke manier van mensen om informatie te verwerven en te verwerken. Vanuit het geheel, associatief, zintuiglijk en met beeld.

 

Taaldenken (in de wetenschap verbaal leersysteem genoemd) is een aangeleerde manier van informatie verwerven en verwerken. Vanuit details, op volgorde en met woorden en begrippen.

 

Leren heeft geen context meer
In het Nederlandse onderwijs ligt het accent op de analyse, de details… het taaldenken. Ideeën worden opgedeeld in kleine stukjes die geen enkele relatie meer hebben met het geheel. Of zoals de Amerikaanse onderwijsonderzoeker Alfie Kohn het zegt: `We geven leerlingen een baksteen met informatie, dan geven we ze nóg een steen, en nóg een. Als ze afstuderen, gaan we ervan uit dat ze een huis hebben. Wat ze in werkelijkheid hebben is een stapel bakstenen waar ze niets mee kunnen.`

 

Gerard den Hartog van EigenWijsOnderwijs houdt zich al jaren bezig met het visuele leersysteem en traint kinderen en jongeren met een voorkeur voor het visuele leersysteem om dit leersysteem handiger in te zetten, zodat deze kinderen/jongeren weer in hun kracht komen te staan.

“Het zijn juist deze kinderen/jongeren die vast gaan lopen in het onderwijs en de motivatie om te leren totaal verliezen. Wanneer zij weer gaan ervaren dat leren ook successen oplevert en dat leren ook weer leuk en zinvol kan zijn, krijgen zij ook weer de motivatie om hun studie af te maken”; aldus Gerard.

 

Zelfs de volwassenen van nu die door hun voorkeur voor het visuele vast zijn gelopen in hun werk weten nu ook de weg naar EigenWijsOnderwijs te vinden.